Een categoriale indeling van businessmodellen

Verdienmodellen
  • Transactiemodel: aantal eenheden x prijs per eenheid. Voorbeeld: retail.
  • Abonnementensysteem en verbruiksmodel: leasecontract, lidmaatschap, verzekering. Voorbeeld: kranten.
  • Bait and hook-model / Raizor and blade-model: aantrekkelijk en extreme goedkoop basisproduct in combinatie met relatief duur vervangbaar onderdeel. Voorbeeld: Gillette.
  • Instap- of freemiummodel: gratis instapproduct (software, game) met soms noodzakelijke en betaalde update. Voorbeeld: Skype.
  • Koppelverkoop: betaalde aanvullingen op een succesvol en aantrekkelijk basisproduct, die zelfstandig onvoldoende aantrekkelijk zijn. Voorbeeld: televisiepakketten.
  • Servicemodel: een organisatie die niet verdient aan de verkoop van een product of dienst, maar aan de service erna. Voorbeeld: automotive.
  • Advertentiemodel: een combinatie van advertenties met elementen van het freemiummodel, winstgevend door macht van grote getallen. Voorbeeld: Google.
  • Veilingmodel: prijs wordt ter plaatse en bij opbod bepaald door bijeenbrengen van vraag en aanbod op specifiek moment. Voorbeeld: Sotheby’s.
  • Brokerage- of makelaarsmodel: bijeenbrengen van vraag en aanbod, waarbij een makelaar ook extra informatie inbrengt. Voorbeeld: vergelijkingssites.
  • Yield management: prijs is voortdurend afhankelijk van het overgebleven aanbod, de vraag en de nog beschikbare verkooptijd. Voorbeeld: airlines.
Distributiemodellen
  • Demonstratiemodel: een evenement met beperkt maar geinteresseerd publiek wordt gekoppeld aan een verkoopdemonstratie. Voorbeeld: Tupperware.
  • Producent-naar-marktmodel: via internet uitschakelen van tussenhandel. Voorbeeld: Dell.
  • Clicks and bricks-model: combinatie van winkel- en internetverkoop. Voorbeeld: Albert Heijn.
  • Franchisemodel: een succesvolle en streng gehandhaafte formule gedeeld met zelfstandig ondernemende franchisenemers. Voorbeeld: McDonalds.
  • Partner- en multipliermodel: tegen een opslagpercentage onder eigen naam distribueren van en via derden. Voorbeeld: Disney.
Co-creatiemodellen
  • Mass customization-model: producten worden opgedeeld naar een aantal standaardcomponenten waarmee de klant kan spelen. Voorbeeld: Nike.
  • Open source-model: vrijgeven van een product, dienst of platform voor co-creatie en betaald op maat inrichten voor klanten. Voorbeeld: Linux.
  • User-generated content-model: co-creatie van social media waarbij individuen bijdragen aan de opbouw van een product of dienst. Voorbeeld: Wikipedia.
Gebruikersmodellen
  • Massa-effectmodel: aantal gebruikers bepaalt het succes van het product of dienst. Voorbeeld: mobiele telefonie.
  • Community-model: ontstaat vanuit een groep gebruikers waarbij de bruikbaarheid toeneemt met het aantal gebruikers. Voorbeeld: LinkedIn.
  • Webservices-model: gratis webplatform met webservices, wat bij voldoende vertrouwen tot hogere advertentieomzet leidt. Voorbeeld: Google.