- technische en functionele vaardigheden: de ambitie om te excelleren in een bepaald vak;
- generieke managementvaardigheden: de ambitie om het traditionele carrièrepad te volgen (tegenovergestelde van de eerste career anchor);
- autonomie/onafhankelijkheid: de ambitie om te kunnen werken volgens eigen regels en procedures (vrijheid is belangrijker dan prestige);
- veiligheid/stabiliteit: de ambitie om te werken in een voorspelbare omgeving, waarin taken en procedures helder gedefinieerd en vastgelegd zijn;
- ondernemende creativiteit: de ambitie om iets van jezelf te creëren en in de markt te zetten, tot op het obsessieve af;
- servicegerichtheid: de ambitie om te focussen op een beperkt aantal gerichte waarden en één doel in het bijzonder;
- uitdaging; de ambitie om steeds moeilijkere uitdagingen aan te gaan en tot een succesvol einde te brengen;
- lifestyle; de ambitie om je werk om je privéleven heen te organiseren.
Bron: Field, A. (2003). Speak to What Drives Them. Harvard Management Update, September 2003, 1-5.