F-oriëntatie
Oriëntatie naar functies is te zien als een indeling naar functionele deskundigheidsgebieden. Daarin zijn gelijksoortige kennis en vaardigheden gebundeld. Het optimaal benutten van die verschillende deskundigheden vraagt om een goede samenwerking tussen lijnmanagers, hulpdiensten en stafspecialisten.
P-oriëntatie
Oriëntatie naar producten is wenselijk bij groei van het productassortiment door productverbetering en productontwikkeling. Dit vergt juist aandacht wanneer het niet alleen om meer producten gaat maar vooral om verschillende producten. Aangezien de ter beschikking staande middelen beperkt zijn, ontstaan er rond die producten afstemmingsproblemen.
G-oriëntatie
Oriëntatie naar geografische gebieden is nodig bij een grotere geografische spreiding van activiteiten over steden, provincies en rayons binnen de landsgrenzen of via internationalisatie: een spreiding over de grenzen heen, naar landen en werelddelen. Wordt voor spreiding van verkooppunten gekozen, met of zonder eigen productievestigingen, dan dient in het ontwerp van de organisatiestructuur uiteraard aandacht te worden geschonken aan de hieruit voortvloeiende afstemmingsproblematiek.
M-oriëntatie
Oriëntatie naar markten is wenselijk wanneer sprake is van afzet van producten over verschillende deelmarkten, marktsegmenten of groepen klanten met elk specifieke eigenschappen. Dit maakt het wenselijk om de verschillende klantengroepen via een specifieke aanpak tegemet te treden.

bron: Keuning, D. & Eppink, D.J. (2004). Management & Organisatie - Theorie en toepassing. Groningen: Stenfert Kroese.