Reactie op de te bestuderen literatuur - Groei en ontwikkeling van organisaties (Keuning & Eppink, 2004)

Groei van organisaties manifesteert zich zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin.

Kwantitatieve groei
Kwantitatieve groei komt tot uitdrukking in de productie en afzet van:
  • meer van dezelfde, verwante of verschillende producten en/of diensten (P);
  • meer van dezelfde, verwante of verschillende gebieden (G) en/of;
  • meer van dezelfde, verwante of verschillende marktsegmenten of deelmarkten (M).

Al er in een situatie van kwantitatieve groei sprake is van een relatieve homogeniteit voor P, G en M, en tegelijkertijd van een relatieve heterogeniteit voor de deskundigheidsgebieden (F) dan zal er onder topleiding een F-indeling ontstaan. Als er echter sprake is van een relatieve heterogeniteit van de producten in termen van technologie en marketing, dan dient de oplossing eerder gezocht te worden in een P-indeling van de organisatie direct onder de topleiding. Daarbij zal men streven naar het behoud van gemeenschappelijke F-afdelingen zoals administratie, financiën en personeelszaken. Deze zullen dan eveneens direct onder de top geplaatst worden. Soortgelijke redeneringen gaan op voor de G- en M-indeling.

Kwalitatieve groei
Kwalitatieve groei heeft betrekking op de veranderingen in het bestuurlijk proces, dat door de beherende, ondersteunende en regelende functies van het managementproces kwantitatieve groei mogelijk maakt. Kwalitatieve groei uit zich door een toename in functies, dus van deskundigheidsgebieden en door een toename in de complexiteit door een toenemende interdependentie tussen de diverse functies.

Ontwerpregels
Bij groei en ontwikkeling van een organisatie dienen voor het ontwerp van een passende organisatiestructuur ontwerpregels te worden gehanteerd:

  • als de activiteiten in een relatief homogene taakomgeving in P, G en M in hun consequenties meer heterogeniteit naar F gaan vertonen, zullen zich bij voldoende omvang in het ontwerp van de organisatiestructuur veranderingen gaan voordoen in de vorm van toenemende mate van interne differentiatie;
  • als de activiteiten in P, G en M in omvang en in mate van heterogeniteit toenemen, zullen zich veranderingen gaan voordoen in de vorm van een toenemende mate van interne specialisatie; dit zal gepaard gaan met een zekere mate van spreiding van beslissingsbevoegdheden op bepaalde functionele beslissingsgebieden via verandering van relatieve centralisatie naar relatieve decentralisatie;
  • als de mate van heterogeniteit groter wordt, of als de veranderlijkheid in de taakomgeving in P, G en M toeneemt en er gereageerd moet worden, zal er sprake zijn van een toenemende mate van decentralisatie.


De toenemende decentralisatie wordt begrensd door de voorwaarde tot behoud van uiteindelijke verantwoordelijkheid en coördinatiebevoegdheid van en rapportage aan de overkoepelende topleiding, die zich ten behoeve van planning, beheer en controle kan laten bijstaan door staf- en hulpdiensten.

bron: Keuning, D. & Eppink, D.J. (2004). Management & Organisatie - Theorie en toepassing. Groningen: Stenfert Kroese.