Toetsingskader voor organisatieontwerpen
De ontwerpfase
- De test van het onderscheidend vermogen in de markt: dwingt het organisatieontwerp voldoende sturing door management af, met als aandachtspunt bronnen van onderscheidend vermogen in de markt?
- De test van het voordeel door ouderschap: draagt het organisatieontwerp er aan bij dat de moederschappij waarde aan de organisatie toevoegt?
- De mensentest: is het organisatieontwerp een afspiegeling van de sterke punten, zwakke punten en motiverende factoren van de medewerkers van de organisatie?
- De haalbaarheidstest: is voldoende rekening gehouden met alle mogelijke beperkingen die een realisatie van het organisatieontwerp in de weg staan?
De verfijningsfase
- De test van gespecialiseerde culturen: beschermt het organisatieontwerp units die behoefte hebben aan een gespecialiseerde te onderscheiden cultuur?
- De test van interorganisatorische verbanden: voorziet het organisatieontwerp in voldoende mate in coördinatievoorzieningen voor interorganisatorische verbanden die naar alle waarschijnlijkheid problematisch zullen zijn?
- De redundante hierarchietest: heeft het organisatieontwerp teveel bovenliggende niveaus en units?
- De toerekenbaarheidstest: ondersteunt het organisatieontwerp effectieve beheersingsmaatregelen?
- De flexibiliteitstest: faciliteert het organisatieontwerp het ontwikkelen van nieuwe strategieën en voorziet het ontwerp in voldoende flexibiliteit voor het aanpassen aan veranderingen?