- Voor het component middelen geldt dat de aard van de problematiek zich laat herkennen door een technische doelmatigheid en een economische doelmatigheid. Het criteria hierbij is efficiency. Hieronder wordt verstaan de mate waarin bij gegeven doelstellingen de te bereiken eindtoestand wordt bereikt met opoffering van zo weinig mogelijk middelen.
- Voor het component interne belanghebbenden (organisatieleden) geldt dat de aard van de problematiek zich laat herkennen door een psychosociale doelmatigheid. Het criteria hierbij is satisfactie. Hieronder wordt verstaan de mate waarin de behoeften van organisatieleden worden bevredigd door middel van werk-intrinsieke en werk-extrinsieke factoren.
- Voor het component externe belanghebbenden (partijen in de maatschappelijke omgeving) geldt dat de aard van de problematiek zich laat herkennen door een maatschappelijke doelmatigheid. Het criteria hierbij is behoeftevoorziening. Hieronder wordt verstaan de mate waarin in de eisen en behoeften van belanghebbende partijen in de externe omgeving wordt voorzien.
- Voor het component organisatie als complex van mensen én middelen t.o.v. veranderlijkheid in partijen en situaties in de omvattende maatschappelijke omgeving op korte én lange termijn geldt dat de aard van de problematiek zich laat herkennen door een bestuurlijke doelmatigheid. Het criteria hierbij is zelfhandhaving door middel van flexibiliteit en slagvaardigheid. Hieronder wordt verstaan de mate waarin respectievelijk de snelheid waarmee gereageerd kan worden op zich wijzigende externe omstandigheden met betrekking tot de strategie, de structuur en de operationele uitvoeringsdoelstellingen op korte termijn.
De criteria efficiency, satisfactie, behoeftevoorziening en zelfhandhaving bepalen daarmee in onderlinge samenhang de totale effectiviteit van een organisatie.
bron: Keuning, D. & Eppink, D.J. (2004). Management & Organisatie - Theorie en toepassing. Groningen: Stenfert Kroese.
