Reactie op de te bestuderen literatuur - Praktijktheorie en kennisontwikkeling (Otto, 2000)

Praktijktheorie is volgens Otto (2000) de samenhang tussen het ontwikkelen van een goed organisatiekundig en veranderkundig repertoire en het werken aan persoonlijke opvattingen en gedrag in het kader van een bewuste ontwikkeling als beroepsbeoefenaar. Hierbij zijn persoonlijke bezinning (betekenisgeving als filter tussen theorie en praktijk) en ontwikkeling van kennis en kunde (stellige uitspraken op basis van professionele twijfel) op basis van in de praktijk opgedane ervaringen het recept. Het adviesproces kenmerkt zich door een probleemoplossend, interactief, transdisciplinair en eclectisch verloop. Hierbij is het noodzaak organisaties op veel verschillende manieren te definiëren, waarbij het de kunst is doelgericht te zoeken naar kennisproducten om tot een verantwoorde probleemdefinitie en aanpak te komen.

Bron: Otto, M.M. (2000). Strategisch veranderen in politiek bestuurde organisaties. Assen: Van Gorcum.